|
|||||||||
Planningsfase | |||||||||
![]() |
|||||||||
Project Roosendam, planningsfaseHet baanplan (jan '23)Voor het baanplan waren er vooraf 2 eisen. Het Märklin 1974 voorbeeld (zie eerder in dit blog) en de beschikbare ruimte van 120x305cm. En daar kwam dit klassieke ontwerp uit:
Op tracé 1 en 2 (buitenringen) rijden 4 treinen voor passagiersvervoer tussen de stations CS en Zuid. Op tracé 3 (binnenring) en het rangeerterrein rijdt het goederenverkeer.
Techniek, Command StationDe modelspoorbaan Roosendam 1974 wordt bestuurd via een PC met Rocrail en een DCC-EX Command Station (USB):
Ik koos daarmee dus voor DCC(-EX) als hoofdprotocol. De belangrijkste reden daarvoor was het feit dat DCC het meest compatible is met andere hardware. Zeker in het zelfbouwsegment. Bij de Märklin protocollen MM en MFX bijvoorbeeld ligt dat wat lastiger. De keuze voor DCC betekende ook dat mijn oude jaren 70-80 locomotieven omgebouwd moesten worden van AC analoog naar DCC. In het begin zie je dan door de bomen het spreekwoordelijke bos niet meer, maar na verloop van tijd (en heel veel googlen) wordt je daar handig in. Ook social media bleek een prima bron van informatie. 5 jaar geleden stelde ik daar vragen, en nu beantwoord ik daar de vragen van anderen weer! Later heb ik de LocoBuffer als 2e protocol toegevoegd aan mijn configuratie. Omdat dit protocol bi-directioneel is kun je daar heel veel kanten mee op (mits je technische kennis van zaken hebt). Een LocoBuffer en LocoClients werken ook geheel los van de DCC-railstroom en ook dat heeft technische voordelen.
Techniek, stack modulesAlle verdere besturingselektronica wordt volledig gebouwd met de zelf ontworpen stack modules (zie www.stackmodules.nl). Deze modules zijn gebaseerd op Arduino techniek:
Techniek, systeem panelsDe benodigde stack modules voor Roosendam worden onderverdeeld in 3 systeem panels die onder het baanoppervlak gemonteerd worden:
Trail and error2 jaar testen en uitproberen bleek heel erg zinvol, je leert dan al heel snel hoe je het wel of juist niet moet aanpakken. Dat gold voor veel dingen:
Je doet het eerst een paar keer ‘fout’. Bij de configuratie van Rocrail bv… Logische namen voor wissels, seinen, blokken en terugmelders zijn daar handiger (logischer) dan nietszeggende nummers om maar iets te noemen.
Keuze Märklin railsysteem (jan '23)Een andere beslissing die voortkwam uit 2 jaar testen betrof de keuze voor het railsysteem. In eerste instantie was ik begonnen met Märklin M-rails. Die had ik nog uit het verleden (ooit zo in 1976 begonnen natuurlijk) en in de afgelopen jaren had ik flinke partijen via Marktplaats bijgekocht. En ondanks het feit dat M-rails ook geschikt te maken is voor digitaal bedrijf, koos ik uiteindelijk toch voor C-rails. Mijn grote verzameling M-rails was uitstekend geconserveerd (WD40, wel even afwassen met wasbenzine voor ze weer gebuikt worden) en gerestaureerd. Dus die kon ik tegen een heel eerlijke prijs inruilen bij de lokale modelspoorwinkel (www.marnan.eu) om verder te gaan met nieuwe C-rails. De geometrie van C-rails is anders dan die van M-rails. Ook K-rails heeft een eigen geometrie. M-rails en K-rails zijn meer flexibel door allerlei beschikbare passtukjes. C-rails heeft die vele passtukjes niet en vereist daardoor een nauwkeurigere railplanning over een iets langere afstand (zeker bij opeenvolgende parallelle wissels).
M-rails heeft bij digitaal gebruik wat nadelen. De massa op het railbed, zoals bij M-rails het geval is, werkt storingen soms in de hand. De railstroom bij digitaal modelspoor heeft namelijk vanuit de centrale geen massa. Zodra een ander onderdeel van de configuratie wel een DC massa maakt op de M-rails beginnen de haperingen. De constructie is daarnaast gevoelig voor (kleine) kortsluitingen (zeker wissels, schakelrails en ontkoppelrails). Ook de verlichting in een M-wissel of een condensator in een oude aansluitrails kan problemen geven. De elektrische doorverbindingen tussen C-rails onderling zijn ook van een veel betere technische kwaliteit (het mechanisch contact) dan de verbindingen tussen M-rails onderling (m.n. het massacontact van M-rails is niet erg geschikt voor digitaal bedrijf). Daarnaast, en dat vond ik het belangrijkste, rijdt de oude M-rails gewoon zwabberig en hobbelig, en maakt het rijden erop aanmerkelijk meer bijgeluid dan rijden op C-rails. Door jarenlang gebruik passen de raildelen niet meer zo strak in elkaar en treinen worstelen zichzelf over kruiswissels, bochtwissels en andere oneffenheden die karakteristiek zijn voor (oude) M-rails, met alle bijbehorende geluiden.
Märklin M-rails versus C-rails
M-rails is wel veel goedkoper te verkrijgen dan C-rails. Dat scheelt een factor 3-4. De kwaliteit van beschikbare M-rails via de 2e handskanalen neemt wel langzaam steeds verder af omdat het natuurlijk niet meer geproduceerd wordt. En het allergrootste voordeel van C-rails? De goede en eenvoudige isolatie voor stroomdetectiepunten. Dat werkt echt heel veel gemakkelijker dan massadetectie op M-rails. En ik weet dat stroomdetectie op M-rails ook prima kan werken, maar dan vanuit digitale technische specificaties bekeken toch altijd 'net niet' goed genoeg... En ik spreek uit ruime ervaring! Het is ook geen toeval dat Märklin, juist op het moment dat digitaal modelspoor ontwikkeld werd, ook omschakelde naar C-rails (en de K-rails behield). Ik heb ook nog even K-rails overwogen. Dat ziet er het meest realistisch uit van de 3 Märklin railsoorten voor H0. Maar het ontwerp is al meer dan 50 jaar oud (introductie 1969). De gemakkelijke aansluitpunten voor railstroom met vlaksteekhulzen onder elke C-rails had hier de voorkeur boven K-rails (Roosendam is immers een circulaire baan, alles herbruikbaar en steeds opnieuw aan te sluiten). K-rails heeft die flexibele aansluitingen niet (eigenlijk lijkt K-rails puur technisch gezien erg op M-rails) en het is erg lastig om bij melders stroomdraden aan de K-rails te solderen (materiaal van de railstaven). En ik moet ook eerlijk zeggen dan de wisselmotoren bij K-rails gewoon lelijk zichtbaar zijn. Ook ontkoppelaars en contactrails hebben allerlei uitsteeksels die eigenlijk niet bij zo'n realistische rails passen (maar dat is mijn smaak). Bij C- en M-rails zitten deze onderdelen in ieder geval netjes in het railbed. K-rails viel dus ook af.
Alles heeft voor- en nadelen. Veel mensen zijn vanaf een analoge M-baan doorgegroeid naar digitaal bedrijf en rijden daar prima op. Dat is ook een logisch pad. Clubs kozen vaak voor K-rails vanwege het realistische uiterlijk. Maar als je nu opnieuw een blanco keuze moet maken, dan is C-rails echt de technisch betere optie. Mijn keuze was dus C-rails, maar jouw keuze kan ook prima K- of M-rails zijn als je bovenstaande zaken maar in oogschouw neemt! Dus:
Ontwikkeling Stack Modules (vanaf febr '21)Ik ben ook behoorlijk lang bezig geweest met het uitdenken en ontwerpen van een eigen lijn elektronica voor modelspoor. Dat nam al bijna een jaar in beslag. Ontwerpen, 1e versies testen, verbeteren, 2e versies testen en weer verder verbeteren. Het kostte erg veel tijd, maar dan heb je uiteindelijk ook wel wat! In deze periode zijn ook het baanplan (Anyrail), de definitieve keuze voor een railsysteem en de ontwerp voor de eerste scratch builds ontstaan. En er is heel veel ervaring met Rocrail opgedaan. Vanaf april '23 kwamen verschillende losse deelprojecten samen. Er was een werkvlak, een baanplan, veel rails, besturingselektronica en er lagen heel veel kabeltjes gereed. Ook de gedigitaliseerde oude locomotieven stonden klaar. Net zoals de periode IV wagons. En zo ontstonden de eerste contouren van modelspoorbaan Roosendam 1974. De voorbereiding en planning was voor nu klaar en ik kon overstappen naar de realisatiefase van project Roosendam 1974.
Inhoudsopgave project RoosendamDit blog over project Roosendam omvat de volgende onderwerpen (klik op de links):
|